Geïntegreerd

ico

Tina Zlatina is een Bulgaarse schilder, tekenaar en beeldhouwer. Met haar kunst tracht ze licht te werpen op ‘extra dimensies’. Bovendien is ze gefascineerd door de verkenning van de geest en het bewustzijn vanuit het perspectief van een kunstenaar. In 2012 kwam ze voor het eerst naar Nederland voor een residency van het EKWC. Voor BK-informatie vertelt ze over haar ervaringen en ervaren we Nederland door de ogen van deze Bulgaarse kunstenaar. 

In 2012, toen ik een beurs kreeg voor het Artist-in-Residence programma van het EKWC in Oisterwijk, kwam ik voor het eerst in contact met Nederland. De beurs werd verstrekt door een cultuurprogramma van de EU en werd ondersteund door Pépinières Européennes pour Jeunes Artistes, EKWC en Transartists. Voor mij was dit de eerste residency in het buitenland. Ik wist toen nog maar weinig of niets van de hedendaagse kunst en cultuur in Nederland. Ik maak deel uit van een generatie beeldend kunstenaars in Bulgarije die een beetje verloren is geraakt tussen de geopolitieke, sociale en economische veranderingen van die tijd. 

Ik voelde me er als Alice in Wonderland

Toen ik studeerde aan de Nationale Kunstacademie in Sofia, had ik maar heel beperkt toegang tot de kunstontwikkelingen in Europa en de rest van de wereld. Omdat ik woonde en werkte in een land met een heel kleine kunstscene, die – helaas – nog steeds ver achterloopt en trends in het buitenland aan het inhalen is, was de residency op het EKWC een echt keerpunt voor mij. Dat heeft niet alleen mijn carrière als kunstenaar, maar ook mijn begrip van hedendaagse kunst sterk veranderd. 

Al eerder had ik met keramiek gewerkt, maar nog nooit had ik zo’n enorme variëteit aan materialen en apparatuur gezien als er in het EKWC voorhanden waren. Ik voelde me er als Alice in Wonderland, en ik was zwaar onder de indruk toen ik zag dat je met klei en glazuur praktisch alles kunt maken. Ik heb de tijd van mijn residency besteed aan het ontdekken van, en spelen met uiteenlopende kleisoorten en vormen. Ik heb er uiteindelijk een van de werkruimtes van het (oude) EKWC mee gevuld. 

Het EKWC is, behalve een ontdekkings- en experimenteerplaats, ook een levendig ontmoetingscentrum voor kunstenaars. Ik heb heel wat internationale en Nederlandse kunstenaars ontmoet terwijl ik er werkte. Ik leerde er de Nederlandse kunstenaar Mels Dees kennen, en zijn al even briljante partner Mariëlle van den Bergh. Samen werden zij mijn ‘Hollandse familie’. Op hun uitnodiging heb ik daarna een aantal residencies doorgebracht op ‘Ateliers Patagonia’ in Eindhoven. Daar heb ik nieuwe technieken geleerd, zoals etsen, en heel veel werk geproduceerd. Het gevolg was dat ik Nederland, en in het bijzonder Eindhoven, daarna regelmatig heb opgezocht. En gaandeweg werd ik zo beïnvloed door Nederland dat mijn werk veeleer Nederlands dan Bulgaars is geworden. 

Toen ik weer eens in Eindhoven verbleef, ditmaal toevallig na een residency in Polen, had ik een interessante ervaring. Ik wandelde rond in de stad toen ik een Poolse winkel tegenkwam, waar originele producten en artikelen uit Polen werden verkocht. Toen ik er binnenliep, hoorde ik een Poolse radio spelen, er liepen mensen rond die Pools spraken en ik zag Pools eten, hetzelfde dat ik had gegeten toen ik in Polen was. Enerzijds kreeg ik een déjà-vu-ervaring – anderzijds had ik het buitengewoon vreemde gevoel dat ik me in een andere plaats en tijd bevond. Ik had het gevoel dat de werkelijkheid was verdraaid en vervormd. 

Samen werden zij mijn ‘Hollandse familie’

Deze ervaring inspireerde me om mijn laatste project: In my crunchy opinion te starten (voorheen had het de titel Cucumber). Het project startte in Ateliers Patagonia en werd het volgende jaar vervolgd met een residency in het Eindhovense Albert van Abbehuis. Via de contacten met mijn ‘Hollandse familie’ leerde ik Rob Verhaar kennen en andere mensen uit de organisatie van het Albert van Abbehuis. Die toonden belangstelling in mijn portfolio en in mijn project, waardoor ik werd uitgenodigd als artist-in-residence in het van Abbehuis. 

Het Albert van Abbehuis ligt in het centrum van Eindhoven en van daaruit zijn de beste musea en galerieën van de stad goed te bereiken. Het is een uitstekende plaats voor zowel discussies als samenwerkingsprojecten. Terwijl ik er aan het project werkte, deelde ik de residency met twee jonge Zuid-Koreaanse ontwerpers, die op dat moment in Nederland woonden – Seok Park en Bom Noh. Afkomstig uit sterk verschillende culturen en deel uitmakend van verschillende generaties, kregen de Zuid-Koreaanse kunstenaars en ik de gelegenheid een belangrijke levensles te leren, waarin we tolerantie, inclusie en integratie onder de knie moesten krijgen. Mijn project In my crunchy opinion gaat juist over tolerantie en integratie – het was dus precies de goede plaats en tijd om daaraan te werken. 

In my crunchy opinion stelt de vraag wat er nu eigenlijk moet worden geïntegreerd en of voorwerpen hun eigenschappen al of niet behouden wanneer ze uit hun context worden gehaald. In dit project heb ik uit verschillende landen geïmporteerd voedsel in Eindhoven opgespoord. Ik heb in meer dan twintig etenswinkels producten gekocht, op basis van het land van oorsprong, hun vorm en populariteit, en vooral op basis van het feit dat ze allemaal (met een enkele uitzondering) in het buitenland waren geproduceerd en in Nederland waren geïmporteerd. 

Mijn project In my crunchy opinion gaat juist over tolerantie en integratie

Ik heb eerst exacte kopieën van de geselecteerde voedselmonsters in porselein en terracotta gegoten, zodat het wel archeologische voorwerpen leken. Daarna heb ik mijn favoriete Hollandse kruidnoten gebakken, die waren gemaakt in rubbermallen. Die rubber mallen (voedingskwaliteit) had ik echter afgegoten van dezelfde geïmporteerde buitenlandse etenswaren. Okra, pierogi, soletti, samosa – die dus niet de smaak van het origineel hadden, maar allemaal smaakten naar kruidnoten, de smaak van de plaats waar ik was, de smaak van Nederland. 

Vanuit een heel persoonlijk standpunt laat ik zo zien wat dit exotische voedsel voor mij betekent, als vreemdeling in dubbele zin – zowel ten opzichte van het eten als het land waar ik te gast ben. 

Als ik Poolse pierogi in Eindhoven eet wekt dat bij mij geen enkele herinnering aan Polen op. In tegendeel, ik vind ze smakeloos, ontdaan van hun context en niet op hun plaats. Maar voor een Poolse immigrant betekent dit eten ‘Thuis’ en zal zoete herinneringen opwekken aan vertrouwde dingen in een vreemde, vijandige omgeving. 

Hoewel ze het heerlijk vonden om iets te eten uit hun geboorteland, smaakte het niet zoals thuis

Het vervoeren van voedingswaren over grote afstanden is niet bepaald milieuvriendelijk en gaat in tegen de local food beweging. Niettemin zal iedere immigrant die prijs willen betalen om de vertrouwde smaak van thuis te kunnen proeven. Terwijl ik aan dit project werkte, heb ik een paar immigranten van verschillende nationaliteiten geïnterviewd en van hen kreeg ik interessante reacties. Inderdaad, hoewel ze het heerlijk vonden om iets te eten uit hun geboorteland, smaakte het niet zoals thuis. Voor mij bewijst dat, dat de omgeving een belangrijke rol speelt in onze waarneming en dat dingen hun kracht verliezen als ze uit hun context worden gehaald. Om hun eigenschappen te bewaren, is integratie van levensbelang. 

Geïntegreerd zijn betekent voor mij niet noodzakelijk dat we fysiek aanwezig moeten zijn op een bepaalde plaats, in een groep of gemeenschap. Om geïntegreerd te zijn moeten we dezelfde waarden, cultuur en geloof hebben, en die hebben geïntegreerd in je denken. Dat kan hier en nu plaatsvinden, maar ook van heel ver weg. Afstand is geen barrière voor integratie. Daar ben ikzelf het levend bewijs voor – hoewel ik in een ander land leef en werk, zijn mijn kunst en mijn denkwereld geïntegreerd met de Nederlandse kunst en cultuur.

 

Meer over de kunstenaar

vertaling: Mels Dees

Lees Meer
nl_NL_formalDutch